vrijdag 8 augustus 2008

Wantrouwen en spionnen

Een Franse journalist was al anderhalf jaar in Rwanda en moest haar visum verlengen. Plots kreeg ze telefoon om te melden dat haar visumaanvraag geweigerd was en dat ze 24u had om het land te verlaten. Ze was volledig haar kluts kwijt. Er was geen enkele reden om haar visum te weigeren. Ze had nog nooit een verhaal gepubliceerd dat de Rwandese overheid in een slecht daglicht stelde, integendeel. En ook in onderlinge contacten probeerde ze zich steeds op de vlakte te houden als het over politiek gaat. Na wat onderzoek bleek dat ze bestempeld was als spion. Dat is het argument dat hier altijd gebruikt wordt als ze van iemand af willen geraken.

Een Amerikaanse belde een Rwandese vriend op om wat afspraken te maken. Opeens vroeg hij haar hoe haar weekend in Gisenyi geweest was. Ze begint te antwoorden maar beseft opeens dat ze hem nooit gezegd had dat ze naar Gisenyi ging. Eigenlijk had ze het maar tegen één iemand gezegd, aan de telefoon (het was een last-minute iets). En ze kunnen elkaar onmogelijk kennen. Hij kon dus helemaal niet weten dat ze daar geweest was. Toen ze hem vroeg hoe hij dat wist begon hij wat ongemakkelijk te lachen en veranderde hij meteen van onderwerp. Er wordt gezegd dat het doen en laten van de expats op de voet wordt gevolgd. Telefoons worden afgetapt en er worden mensen uitgestuurd om je vertrouwen te winnen en om na te gaan wat je doet of wie je vrienden zijn. Of het allemaal echt waar is weet ik niet, maar dit zijn toch de verhalen die de ronde doen bij de expats.

Er zijn er zelfs die geregeld een soort dreigtelefoons krijgen van mannen met verborgen telefoonnummers. “We know who you are and who you work for. We’re watching you.”

Geen opmerkingen: